Mijn huisbaas is restauranthouder in Oostende. Maar hij woont op het platteland en fokt schapen. Zekere nacht na sluitingstijd kwam hij vragen of ik hem wou vergezellen naar Leffinge, een dorp gelegen op acht kilometer van Oostende. Want het was lammeren tijd en als goede herder maakte William zich ongerust over zijn beesten. Waarom ik hem vergezellen moest? Wel om een babbel te hebben tijdens de autorit. Jullie gaan toch niet denken dat ik zoveel van schapen afweet zeker?
Vanuit de stallingen keken de ooien mij schaapachtig aan. De meeste hadden een of twee lammetjes. Als er een beestje is dat je kan vertederen dan wel een lammetje. Daar was echter een ooi met twee lammetjes waarvan de ene mocht zogen terwijl de andere met kopstoten verjaagd werd. Het zwart schaap alhoewel het een wit lammetje was. William gooide de slechte moeder op haar zij en liet het zwart schaapje zogen. Zo’n schaap biedt weinig weerstand. Zachtaardige beesten. En toch zo wreed tegen eigen jong. Klopt toch niet? Later zag ik het kadaver van een ander lammetje. Doodgebeukt door de moeder, die ook al twee jongen teveel had gevonden.